Omelyan Kovch

Door 17 februari 2016Verdieping

Uit boek ‘Lest we forget’ (Opdat wij het niet vergeten).
Uitgegeven door: Platform of European Memory and Conscience.
Met financiële ondersteuning van de Europese Commissie

OMELYAN KOVCH werd op 20 augustus 1884 geboren als zoon van de Grieks-katholieke priester Grygorij Kovch, en was voorbestemd om priester te worden, net zoals zijn vader, oom en grootvader vóór hem.

Omelyan Kovch was born on 20 august 1884

Omelyan Kovch was born on 20 august 1884

Hij werd geboren in Galicië in het huidige Polen en Oekraïne, waar Oekraïners, Polen en Joden al eeuwenlang naast elkaar leefden. Omelyan studeerde in Rome, huwde en werd priester in de Grieks-katholieke Kerk. Hij kreeg zes kinderen. In de onafhankelijkheidsoorlog tussen 1919 en 1920 was hij kapelaan in het Oekraïens-Galicische leger. Hij verzette zich zowel tegen de bolsjewieken als tegen de nazi´s en werd door beiden vervolgd. Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog redde hij op heldhaftige wijze Joden, die hij probeerde te beschermen door hen te dopen en te verbergen.

 

 

‘Hij was zoon van een priester in het ene land, maar stierf in het gebied van een ander, omdat hij de zonen en dochters van een derde land had gered.’
Deze woorden, uitgesproken door kardinaal Lubomyr Husar, geven het levensverhaal weer van Omelyan Kovch, een vurige patriot van zijn land, die er niettemin in slaagde om boven de heersende etnische vooroordelen uit te stijgen. Hij werd geboren in Galicië, waar Oekraïners, Polen en Joden al eeuwenlang naast elkaar leefden. De bladzijden die de geschiedenis van hun samenleven beslaan, zijn gekleurd door talrijke dramatische gebeurtenissen en conflicten. Omelyan Kovch roept echter het beeld op van een man die het opnam voor alle drie ethnische groepen.
Toen Omelyan op 20 augustus 1884 als zoon van de Grieks-katholieke priester Grygorij Kovch geboren werd, was iedereen zeker van zijn lot. De baby zou vast priester worden, net als zijn vader, zijn oom en grootvader voor hem. Zoals elke Grieks-katholieke priester in Galicië rond de wisseling van de negentiende op de twintigste eeuw, zou hij zijn kerkelijke taken met actief gemeenschapswerk op het plattelands combineren. Dat was immers de levensstijl van zijn grootvader, vader, oom, en honderden andere priesters van de Oekraïense Grieks-katholieke Kerk. Allemaal sleutelfiguren ten tijde van de Oekraïense nationale beweging van Galicië, in die tijd deel van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk.
Bijna elk van deze voorspellingen bleek juist te zijn. Maar behalve zijn leven te wijden aan het zware kerkelijke en gemeenschapswerk, zou de jongen lijden zoals niemand zich ooit had kunnen voorstellen: door twee wereldoorlogen, deelname aan de Oekraïense bevrijdingsbeweging, vervolging door de Polen, de Sovjets en de nazi´s, om tenslotte de dood te vinden in het vernietigingskamp van Majdanek.

De familie telde nog drie andere kinderen, maar ondanks de financiële moeilijkheden deed Grygorij Kovch zijn best om zijn zoon goed onderwijs te laten volgen. Na het doorlopen van de lagere school in Kosmach, waar zijn vader parochiepriester was, zette Omelyan zijn schoolgang verder voort aan het gymnasium in Lviv, de belangrijkste stad in Galicië, en waagde zich later nog verder van huis, naar Rome. Daar volgde hij tussen 1905 en 1911 de priesteropleiding aan het college van Santi Sergio e Bacco.

Omelyan Kovch seated second from left, while studying at saints sergius and Bacchus college in rome, 1908

Omelyan Kovch seated second from left, while studying at saints sergius and Bacchus college in Rome, 1908 Archive research

STUDEREN IN DE EEUWIGE STAD
De jonge man kreeg een kans om in de eeuwige stad te wonen en te studeren dankzij de hulp die het hoofd van de Grieks-katholieke Kerk uit die tijd verleende, metropoliet Andrey Sheptytsky. Vele jaren later zou het hoofd van de Kerk een andere poging doen om Omelyan Kovch te helpen, dit keer echter door hem van de dood te redden.
Nog voor hij afstudeerde en zijn gelofte had afgelegd, trouwde Omelyan Kovch met Marie-Anne Dobriansky, dochter van ook een priester. Het gezin kreeg zes kinderen, drie zonen en drie dochters. De eerste parochie die aan de jonge priester werd toegewezen, was ver van huis, aan de andere kant van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, in de stad Kozarats in het huidige Bosnië-Herzegovina. Zijn parochianen waren arme Oekraïense immigranten, waardoor ook het priestergezin leefde in arme omstandigheden.
Vrij spoedig echter maakten de turbulente historische gebeurtenissen een einde aan het rustige bestaan van Omelyan Kovch. In 1914, toen de Eerste Wereldoorlog losbarstte, keerde de priester terug naar zijn geboorteland, dat toneel van een bloedige oorlog werd. Eerst werd Galicië veroverd door het Russische leger. Daarna werd het heroverd door het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, om vervolgens opnieuw in Russische handen te vallen. Misschien was de grootste tragedie van de Oekraïners in die oorlog wel het feit dat zij tegen elkaar vochten om in vreemde legers de belangen van vreemde mogendheden te verdedigen. Dat was de prijs die zij betaalden voor het gebrek aan nationale cohesie.
Deze les vergaten de Oekraïners niet en zij namen vervolgens de strijd op voor hun onafhankelijkheid. Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog stortten de grote rijken in en op hun ruïnes begonnen de onderdrukte naties van weleer zich te vormen tot nieuwe staten. In November 1918 werd in Lviv de West-Oekraïense Volksrepubliek afgekondigd. Alleen, de vertegenwoordigers van een ander volk dat eerder ook deel uitmaakte van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, de Polen, eisten de heerschappij over Galicië ook op. Dit leidde tot oorlog tussen de Oekraïners en de Polen.

 

IN HET LEGER
Omelyans broer, Yevstahiy, bevond zich onder degenen die ter verdediging van de net opgerichte West-Oekraïense Volksrepubliek vochten in het Oëkraïens-Galicische Leger (UGA). Omelyan Kovch had als geestelijke het recht niet de wapens op te nemen, maar hij kon zijn patriottische gevoel niet negeren en nam dienst als kapelaan in het Oekraïense leger. Tot de priesters die hun plicht onder de soldaten van het UGA vervulden behoorde ook Omelyans vader Grygoriy Kovch. Eind 1919 bezweek deze in het leger aan tyfus.. Zijn zoon zette zijn werk in het leger voort tot het werd ontbonden. Na de nederlaag tegen de Polen in Galicië, trok het leger zich naar het oosten terug en verdedigde daar de Oekraïense Volksrepubliek in haar strijd tegen de bolsjewieken.
Het was pas tijdens de oorlog dat de mensen het intense geloof van Omelyan Kovch, dat soms overliep in vermetele moed, duidelijk opmerkten. Hij werd vaak gezien bij de soldaten aan de voorste frontlinie. ‘Ik weet,’ zei hij ‘dat de soldaat aan de frontlinie zich pas op zijn best voelt wanneer hij een arts en een biechtvader naast zich heeft.’ En hij voegde er grappend aan toe: ‘U weet dat ik gewijd ben, en een gewijd persoon is geen makkelijk doelwit voor kogels.’ Dankzij dit geloof redde hij zich uit zeer benarde situaties en boezemde hij anderen vertrouwen in.
Uiteindelijk werd hij, samen met andere soldaten van het UGA, gevangen genomen door de bolsjewieken. De gevangenen werden in wagens geladen die hen naar de plaats van executie moesten vervoeren. Bij één van de haltes liet de treinwachter, een Russische soldaat, de geestelijke gaan, terwijl hij zei: ‘Vader, vergeet niet voor Luka te bidden.’ Maar in plaats van de vrijheid, wachtte Omelyan Kovch opnieuw een kamp voor krijgsgevangenen, dit keer een Pools kamp. De tyfus was de ergste ramp: ze eiste iedere dag het leven van honderden soldaten. Priester Omelyan, die de stervenden begeleidde tot ze hun laatste adem uitbliezen, moest wel besmet raken. Niettemin slaagde hij er in te overleven. Na de lange oorlog keerde hij weer naar huis terug.

TUSSEN TWEE OORLOGEN IN
In 1922 kreeg hij een parochie in de stad Peremyshlyany in de regio Lviv onder zijn hoede. Na de oorlog behoorde dit grondgebied tot het nieuwe Polen. Peremyshlyany was, net als andere gelijkaardige steden in Galicië, multinationaal: er woonden naast Oekraïners ook Polen, Joden, zigeuners en zelfs een paar Duitse gezinnen. Ondanks de recente oorlog en de ingewikkelde voorgeschiedenis van de verhoudingen tussen de moederlanden, leefde de bevolking in de stad tamelijk vreedzaam samen, en deed ze haar best de tradities en gewoontes van de andere ethnische groepen te eerbiedigen. Wanneer de christenen een belangrijke godsdienstige feestdag hadden, sloten de Joden hun winkels en namen ze een dag vrij, net zoals de christenen dat deden op Joodse feestdagen.

peremyshlyany, Galicia, 1925 ARCHIEF VAN HET OEKRAÏNSE CENTRUM VOOR ONDERZOEK NAAR DE BEVRIJDINGSBEWEGING

Peremyshlyany, Galicia, 1925
Foto: Archief van het Oekraïense Centrum voor onderzoek naar de bevrijdingsbeweging

 

Omelyan Kovch woonde en werkte in Peremyshlyany tijdens de korte periode van vrede tussen de twee wereldoorlogen in. Natuurlijk beperkte hij zich niet enkel tot zijn werk in de kerk, maar nam hij ook actief deel aan het openbare leven van de stad. Hij was de stichter van het Huis van het Volk (trefpunt van Oekraïners op nationale feestdagen), en de leeszaal van de ‘Prosvitavereniging’. Die stelde zich ten doel het bewustzijn onder de Oekraïners te bevorderen. Hij stond ook aan de wieg van de Oekraïense Bank, die bedoeld was als hulpmiddel om de financiële onafhankelijkheid van de Oekraïense gemeenschap te bewerkstelligen.
De activiteiten van Kovch lokten repressie door de Poolse overheid uit; zij probeerde de ontwikkeling van de Oekraïense nationale beweging in te perken, omdat ze deze als een bedreiging voor de nationale eenheid beschouwde. De huiszoekingen bij de priester werden een onaangename lokale traditie: tussen 1925 en 1934 waren er ongeveer veertig. Ongeveer de helft van de keren werd hij gearresteerd en voor langere of kortere tijd opgesloten. Ondanks de vervolging, stond Kovch altijd voor iedereen klaar. Hij vond niet alleen de tijd voor zijn eigen geloofsgenoten, maar ook voor die van andere godsdiensten: dikwijls kwamen Polen en Joden hem vragen om raad.

ONDERDRUKKING DOOR DE SOVJETS
In september 1939, net na het uitbarsten van de Tweede Wereldoorlog, kwam Galicië weer onder bewind van de Sovjets, waardoor de situatie in de stad snel veranderde. De Polen, die als ingezetenen van de tot dan regerende natie privileges genoten, werden de eerste slachtoffers van de communistische onderdrukking. De arrestaties en de onderdrukking waren in de eerste plaats gericht op ambtenaren, maar al snel breidden ze zich uit naar de leiders en de voorzitters van de plaatselijke politieke partijen en openbare verenigingen. Vader Omelyan was een van de eersten die hen te hulp schoot. Met voedsel, geld of slechts een vriendelijk woord bezocht hij de families van Poolse ambtenaren die naar Siberië waren gedeporteerd. Hun vrouwen vroegen de priester: ‘Hoe komt het dat u ons helpt, terwijl mijn echtgenoot nog kort geleden een huiszoeking bij u heeft verricht?’ Hij glimlachte dan slechts en zei dat hij enkel zijn plicht deed.

Omelyan Kovch, vader van 6 kinderen

Omelyan Kovch, vader van 6 kinderen

Tekst bij foto: Omelyan Kovch was vader van zes kinderen, maar hij hielp ook andere kinderen groot te brengen. Het jongste kind is een jongen uit een arm Oekraïens gezin die door de priester werd opgenomen.
Foto: Archief van het Oekraïense Centrum voor Onderzoek naar de Bevrijdingsbeweging.

De eerste maanden onder het bewind van de Sovjets waren voor de Oekraïners en de Joden iets van een opluchting: de communistische propaganda had het over hun ‘bevrijding van de Poolse onderdrukker’. Spoedig echter werden ook zij slachtoffers van de vervolging door het NKVD. Nadat er eerst hele treinladingen Polen naar het oosten waren vervoerd, volgden wagons gevuld met Oekraïners en Joden. De Oekraïense nationale beweging werd als ‘burgerlijk nationalistisch’ bestempeld en tot vijand van het nieuwe bewind verklaard. Haar activisten werden gearresteerd en tot opsluiting en zelfs terechtstelling veroordeeld. Omelyan Kovch ontkwam in die vreselijke tijd aan de onderdrukking. Niet alleen zette hij zijn kerkelijke dienst verder, hij durfde het bovendien aan om grootschalige godsdienstige evenementen voor gelovigen te organiseren, daarmee de uitgesproken antiklerikale opvattingen van de nieuwe overheid trotserend.
In 1941 nam de onderdrukking door het nieuwe bewind gestaag toe. De gevangenissen van West-Oekraïne (op dat ogenblik bij de USSR ingelijfd) zaten meestal vol met politieke gevangenen, welke door de overheid als ‘vijanden van de staat’ bestempeld werden. De meesten onder hen waren jongeren, activisten van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten, die een ondergrondse strijd tegen de Sovjets waren begonnen.
Op 22 juni 1941 brak er een nieuwe fase aan in de Tweede Wereldoorlog: de Duitse troepen gingen in de aanval tegen de Sovjet-Unie. De Sovjets bleken niet voorbereid op de snelheid waarmee de gebeurtenissen zich voltrokken en waren niet in staat een efficiënte verdediging te organiseren. Met elk uur dat verstreek, rukten de Duitsers verder naar het oosten op. Intussen bleef de politieke politie van de Sovjets, het NKVD, arrestaties uitvoeren van alle ‘politiek onbetrouwbare’ individuen. Vader Omelyan Kovch zou in die dagen hetzelfde lot beschoren zijn, ware het niet dat sommige burgers (er zijn getuigen die zeggen dat het Joden waren) de priester verborgen hadden. Dankzij deze hulp ontsnapte hij niet alleen aan arrestatie, maar waarschijnlijk ook aan terechtstelling. De Sovjets lieten een bloedig spoor na in West-Oekraïne: na hun aftocht werden de lijken van duizenden mensen in de gevangenissen gevonden. Zij waren doodgeschoten zonder enige vorm van proces. Tijd voor hoorzittingen was er niet meer, en middelen om de gevangenen te evacueren waren er ook niet. Daardoor zagen de Sovjets maar één weg. Onder de geëxecuteerden bevonden zich veel priesters.
Het was alweer de vijfde bewindswisseling die Omelyan Kovch in zijn geboorteland had meegemaakt. De Nazi´s waren niet van plan welke natie dan ook in ere te herstellen, Pools noch Oekraïens. Het grondgebied zou in het beste geval een kolonie van het Derde Rijk worden, en haar bevolking slaaf van de nieuwe heersers. De Duitsers behandelden de Oekraïners en de Polen met minachting en ontnamen hen vele rechten. Hun houding tegenover de Joodse gemeenschap was het ergst. De massamoorden namen al snel een aanvang, al tijdens de allereerste dagen van het nieuwe bewind.

NIET AFLATEND GELOOF
Beangstigd door de aanhoudende onderdrukking probeerden de mensen vaak de wreedheden die anderen werden aangedaan te negeren. Iedereen werd geheel in beslag genomen door zijn eigen problemen, en bleef alleen met zijn pijn en vrees. Deze vrees ging gepaard met etnische vooroordelen en herinneringen aan vroegere problemen en conflicten. Dat alles bewerkstelligde op de een of andere manier dat mensen het lijden van anderen niet zagen en de uitroeiing van andere etnische groepen negeerden. Omelyan Kovch compromitteerde echter nooit zijn morele waarden, zelfs niet in die moeilijke tijden, wat het hem ook zou mogen kosten. En wederom werden wonderen bewerkstelligd met zijn geloof en vertrouwen.
In september 1941 sloot een eenheid van de Duitse SS de synagoge in de stad Peremyshlyany af toen die vol zat met mensen. Die waren op dat ogenblik net samengekomen voor gebed. Iemand wierp granaten naar binnen. Vuur brak uit en de mensen renden naar de deur, maar begrepen al snel dat zij in een dodelijke val waren gelopen. ‘Een rooms-katholieke priester en een groep mensen snelden naar priester Kovch om hen te helpen de synagoge te redden,’ herinnerde Leopold Klyajman-Kozlovsky, een vroegere bewoner van Peremyshlyany, zich. ‘Kovch, die perfect Duits sprak, riep de Duitse soldaten op hem in de synagoge te laten. De soldaten waren met stomheid geslagen en verleenden hem toegang. Kovch haastte zich de mensen uit de brandende synagoge te halen. Aaron Roqueah, de rabbijn van Belz, bevond zich onder degenen die door Kovch werden gered.
Omelyan Kovch hield het nu bij een enkele heldhaftige daad, maar werkte ook mee aan langdurige gewaagde acties. Toen in Peremyshlyany een getto was opgezet, wist de priester meer dan eens binnen te komen om de Joden te helpen. Hij bracht hen onder meer voedsel, geneesmiddelen en schone kleren. Een andere manier waarop de priester er in slaagde Joden te behoeden voor vervolging, waren de zogenaamde ‘Arische documenten’ (lijsten uit de kerkboeken met de namen van de gedoopten) die hij opstelde. Met name Rubin en Itka Piza overleefden dankzij de documenten die door Omelyan Kovch werden verstrekt.
Het was vanwege die activiteiten dat Vader Kovch in januari 1943 door de Gestapo werd gearresteerd en werd opgesloten in de gevangenis in de Lontskyystraat in Lviv. Zijn familie, vrienden en zelfs de metropoliet van de Oekraïense Grieks-katholieke Kerk, Andrey Sheptytsky, deden al het mogelijke om hem vrij te krijgen. De nazi´s stelden één enkele voorwaarde aan zijn vrijlating: de Oekraïense priester moest een geschreven verklaring afleggen om voortaan geen Joden meer te helpen. Vader Omelyan weigerde. ‘Luister naar me, meneer Stavitsky,’ zei hij tegen de officier van de Gestapo, ‘U bent een politiebeambte. Uw plicht is het misdadigers op te speuren. Laat de zaken van God alstublieft in Gods handen.’ De officier, verontwaardigd over het antwoord van de priester, gaf opdracht hem terug in de gevangenis te gooien.

HET CONCENTRATIEKAMP VAN MAJDANEK
Dit keer werd hij lange tijd gemarteld in de gevangenis alvorens hij werd weggezonden naar het concentratiekamp van Majdanek. Maar zelfs het verblijf in de vreselijke fabriek des doods kon de priester niet breken. ‘Ik begrijp dat jullie inspanningen leveren voor mijn vrijlating,’ schreef hij aan zijn familie, ‘maar ik vraag jullie om niets te doen. Gisteren werden er vijftig mensen doodgeschoten. Wie zal hen helpen naar het hiernamaals over te gaan als ik hier niet meer ben? Zij zullen eeuwig hun zonden met zich meedragen in de diepe wanhoop die over deze hel hangt. Maar nu gaan zij heen met opgeheven hoofden, hun zonden ver achter zich. Zij steken met vreugde in hun hart over en ik zie vrede en rust in hun ogen wanneer ik het laatste gesprek met hen voer.’ Omelyan Kovch geloofde dat hij daar, tussen hen die ter dood veroordeeld waren, zijn opdracht het best zou kunnen vervullen, wat voor hem het belangrijkste was.
‘Ik ben de Heer dankbaar voor Zijn goedheid jegens mij,’ lezen wij in een van zijn brieven. ‘Buiten de hemel is dit de enige plaats waar ik zou willen zijn. Wij zijn hier allen gelijk. Polen, Joden, Oekraïners, Russen, Letten of Esten. Ik ben hier de enige priester. Ik kan mij niet voorstellen wat zij zonder mij zouden moeten. Hier kan ik God zien. Er is slechts één God voor iedereen, ongeacht onze godsdienstige verschillen. Misschien zijn onze kerken verschillend, maar allemaal worden ze geregeerd door de Almachtige God. Wanneer ik de mis opdraag, bidden zij. Zij bidden in verschillende talen, maar God begrijpt ze allemaal, is het niet? Zij sterven op verschillende manieren en ik help hen oversteken. Is dit geen zegen? Is dit niet de beste kroon die de Heer ooit op mijn hoofd kon zetten? Dit is waar. Elke dag dank ik God duizendmaal dat Hij mij hierheen heeft gestuurd. Meer kan ik Hem niet vragen. Wanhoop niet omwille van mij. Verheug je met mij. Bid voor hen die dit kamp en dit systeem hebben opgezet. Zij hebben jullie gebeden het meest van iedereen nodig… Moge God hen genade schenken…’
Omelyan Kovch, gevangene nr. 2399 van Majdanek, werkte net als alle anderen in het kamp, maar diende na het verrichten van zware fysieke arbeid bovendien als priester in die vreselijke fabriek des doods. Hij schonk aan ieder die het nodig had de innerlijke troost, ongeacht nationaliteit of geloof.
De onmenselijke omstandigheden in het kamp braken tenslotte de gezondheid van de priester, die tenslotte ook geen jonge man meer was. Hij stierf achter prikkeldraad op 25 maart 1944, slechts enkele maanden voor de bevrijding van Majdanek. Hartfalen luidde de officiële reden voor zijn dood. Het lichaam van de priester werd, net zoals dat van duizenden anderen, verbrand in een van de afschuwelijke crematoria van het kamp.
De herinnering aan deze rechtschapen man kon niet zo eenvoudig uitgewist worden als zijn lichaam. De mensen die hij redde, herinnerden anderen aan zijn daden. In 2001 werd priester Omelyan Kovch bij het bezoek van Paus Johannes Paulus II aan Oekraïne tot gezegende martelaar verklaard.

BIJDRAGE DOOR HET ARCHIEF VAN HET OEKRAÏENSE CENTRUM VOOR ONDERZOEK NAAR DE BEVRIJDINGSBEWEGING

Majdanek concentrational camp

Majdanek concentrational camp

Het concentratiekamp van Majdanek, de laatste ‘parochie’ van Vader Omelyan Kovch
Foto: Archief van het Oekraïense Centrum voor Onderzoek naar de Bevrijdingsbeweging.